Spreekbeurt opzet voor scholieren

Geschiedenis van de geit

De huisgeit stamt af van de wilde geit: de Bezoargeit, de Priscageit en de Schroefhoorngeit. Deze geiten leefden in het wild in landen aan de Middellandse Zee. Zij dienden als landbouwhuisdier en produceerden melk, vlees, huiden en mest.

De geit is één van onze oudste huisdieren.

Geiten zijn sobere dieren ( stellen niet veel eisen ). Daarom werden zij vroeger vaak door arme mensen gehouden, in plaats van koeien. Maar de geit is wel kieskeurig. Zij eet graag gras, kruiden, groenten, plantenscheuten, bladeren en boomschors.

Geiten worden tegenwoordig veel voor de melk gehouden, wel minstens drie- tot achthonderd dieren op één bedrijf. De melk bevat ongeveer hetzelfde vet- en eiwitgehalte als de koeienmelk. Geitenmelk is lichter verteerbaar. Van deze melk wordt kaas, yoghurt, kwark, enz. gemaakt. Een geit geeft gemiddeld drie liter melk per dag.

Rassen

In Nederland zijn vijf rassen opgenomen in het stamboek bij de Nederlandse Organisatie voor de Geitenfokkerij.

Dit zijn de

  • Nederlandse Witte geiten,

  • Nederlandse Bonte geiten,

  • NederlandseToggenburger geiten,

  • Nederlandse Nubische geiten,

  • en Nederlandse Boerbokgeiten.

Alle lammeren die geboren worden uit ouders die hierin zijn opgenomen, worden geregistreerd. Natuurlijk zijn er nog meer geitenrassen in Nederland, zoals: Dwerggeit, Angorageit, Nederlandse Landgeit, Wallische Geit en Hertengeit.

Fokcommissies

Er zijn vijf fokcommissies die de belangen behartigen van de groep geitenfokkers en -houders. Ieder lid van de NOG is automatisch lid van de fokcommisie van zijn/haar geitenras.

  • Fokcommissie Witte Geiten,

  • Fokcommissie Bonte Geiten,

  • Fokcommissie Toggenburger Geiten en

  • Fokcommissie Nubische Geiten.

  • Fokcommissie Boerbok Geiten.

Gezondheidszorg

De gezondheidsdient ( GD ) zorgt voor een programma, waarmee je de dieren op je bedrijf vrij kunt houden van bepaalde ziekten, zoals CL en CAE. Je bedrijf krijgt na onderzoek ( in het begin tweemaal per jaar ) van het bloed van de dieren een certificaat als blijkt dat deze ziekten niet aanwezig zijn.

Nu mag je alleen nog dieren aankopen of toelaten op je bedrijf die ook certificaatwaardig zijn, vee vervoeren in een ontsmette wagen en alleen naar een bok die ook certificaatwaardig is.

Dracht en groei

Als een geit naar de bok is geweest en zich heeft laten dekken duurt het ongeveer honderdvijftig dagen voordat de jongen komen. Een jong geitje kan ongeveer drie maanden bij de moeder drinken, maar na een dag of tien eet het al wat met de moeder mee van het hooi en het voer. Een geit kan wel vijftien jaar oud worden. Niet alleen bokken, maar ook sommige geiten hebben sikken aan hun kin. De meeste geiten en bokken hebben horens. Vaak worden deze binnen veertien dagen na de geboorte door de veearts afgebrand.

Sommige geiten hebben belletjes of klokjes vlakbij hun keel.

Geiten zijn herkauwers.

Zij hebben vier magen: drie voormagen: de pens, de netmaag en de boekmaag en de echte maag, de lebmaag. Deze zijn nodig om het voer te verteren. Ongeveer een half uur na het eten gaat de geit herkauwen ( ongeveer een minuut per brok/hap ).

Verzorging

Geiten moeten ook ongeveer vier keer per jaar worden ontwormd. Dit kan door middel van een pil of een spuitje. Wanneer dit niet gebeurt kunnen zij vermageren of aan de diarree raken. Ook minstens viermaal per jaar worden de hoefjes gekapt. De geit is een hoefdier ( twee = herkauwer ).

Geiten houden niet van nat weer. Zij moeten altijd op een droge plek kunnen liggen als zij buiten lopen. Ook moet de voer- en drinkbak van de dieren regelmatig worden schoongemaakt. Het drinkwater moet iedere dag worden ververst. Als er wat mest in komt, eet/drinkt de geit het niet meer.

Tegenwoordig kun je de geit voeren met goed hooi en geitenbrok. Een likblok is ook onmisbaar voor de mineralen. Geiten houden van een lichte, luchtige, droge stal. De stal kun je iedere week schoonmaken of eenmaal per half jaar ( potstal ). De wei moet goed omrasterd zijn.

Geiten klimmen graag overal op, wat klautermateriaal in de wei vinden zij heerlijk. Giftige planten, voer en struiken voor de geit zijn onder andere: aardappelloof en uitlopers, blaartrekkende boterbloem, vingerhoedskruid, ligusterhaag, rododendron, buxus, taxus en tomatenplanten. Als de geit hiervan eet, moet de dierenarts direct worden gewaarschuwd.

De geit moet ook worden geborsteld. Dit vinden zij lekker en het is leuk werk. Je ziet tegelijk of er geen wonden, parasieten ( luizen ), enz. zijn.

Soms zetten mensen geiten of bokken voor de bokkenkar. Dit moet het dier wel "leren". Het is ook een leuk gezicht en de geit kan best een kind in de kar trekken.